1896
JULI
4 juli 1896
Plechtige inhuldiging
Plechtige inhuldiging van “Haverbekes Kruis”. Dat bevond zich aan de oprit van hoeve “Ten Gavere”. (Bron: De Meenenaar. Godsdienst-Vaderland, 4 juli 1896, jg. 19, nr. 27)
SCHOONE PLECHTIGHEID
Wie ooit den weg deed van Gheluwe naar Becelaere, of omgekeerd, weet te spreken van "Haverbekens kruis". Het was een groote O.L.H. die daar hing op den hoek van eene weide, langs de eenzame strate, omtrent halfweg Becelaere en Gheluwe, dicht bij de hofstede die, sinds meer dan eene eeuwe bewoond was door de familie Van Haverbeke.
Nu hadden de "Haverbekens" sedert eenen tijd die hofstede verlaten, en, na een ongeweerte binst den winter van 't jaar 94-95, vertelde men 't allen kante dat "Haverbekens kruis" omgewaaid was. Inderdaad 't was deerlijk om te zien: het groot kruis lag daar in den gracht, langs de bane, misschien omdat men niet wist wiens eigendom het was, en den O.L.H. had men, uit eerbied, weggehaald. Van den eersten keer dat de familie Van Haverbeke vergaderd was, 't was beslist:er zou een andere Christus verrijzen, langs den anderen kant van de bane, op den eigendom der familie.
En ziet, op St-Pietersdag van't jaar 1896, is het nieuw "Haverbekens kruis" plechtig gewijd, onder eenen grooten toeloop van volk, misschien wel acht honderd menschen. Van eens halve uur voor dat de plechtigheid begon, wandelden de menschen rond, uit alle standen, van allen ouderdom en geslachte. Men bewonderde den grooten ijzeren O.L.H., bijna twee meters hooge, en nog meer den prachtigen eiken boom -in arduin- die hem draagt, op een arduinen voetstuk van ook omtrent de twee meters. "Hij zal nu niet meer omwaaien" zei iedereen, die hem aanschouwde; 't is schoone, 't is prachtig! De familie Van Haverbeke haalt er eere van."
't is vier en half. De geestelijkheid en de familie Van Haverbeke haalt er eere van. 't Is vier en half. De geestelijkheid en de familie Van Haverbeke zijn daar; de overheden van de gemeente gheluwe en 't muziek komen toe. 't Muziek speelt een deuntje, en de koeien die in de weide zijn doen een loopje en de wijding begint. Groote stilzwijgendheid onder de toegestroomde menigte. Na de wijding kussen de priesters die tegenwoordig zijn den voet van het kruis, en M. de pastor van Gheluwe bestijgt het verhoog dat voor de plechtigheid is opgetimmerd.Hij spreekt in verhevene bewoordingen en met ontroerde stemme over de kruisdood van onzen Zaligmaker, van Sint Pieter, wiens feestdag men viert, van zoovele martelaren die gestorven zijn gelijk hun Meester; verders over de voortreffelijkheid van den eeredienst van het kruis, in de kerke, in den christene huisgezinnen, langs de openbare wegen en straten; hij verhaalt in 't korte de geschiedenis van "Haverbekens kruis" dat, van onheugelijke tijden op die plaatse gestaan had, in den franschen tijd door de familie Van Haverbeke was gevlucht, enz.
Allen die tegenwoordig zijn wakkert hij aan om het nieuw opgerichte kruis in eere te houden, en wenscht dat het moge een zegen zijn voor de familie die het opricht en de gebuurte waar het op staat. Binst den aansprake van M. den pastor hoorde men niets dan zijnen stemme en 't geruis van den wind in de vaandels die rond het kruis hingen. 't Was aandoenlijk! 't Muziek speelt nog een deuntje, en de plechtigheid is ten einde. Die vergadering zal meer deugd doen dan vele kiesmetingen, die wij ook nogthans niet verrachten, als het goede zijn. (Bron: J. Desreumaux. "'t Stond in de gazet...". Informatie uit secundaire bronnen. 1894-1906, p. 407-408.)