Zicht op de vernielde kerk
Zicht op de vernielde kerk met ervoor de noodkerk op de Sint-Denijsplaats.
Zicht op de vernielde kerk met ervoor de noodkerk op de Sint-Denijsplaats.
Begrafenisstoet
Na het oorlogsgeweld gaat het dagelijkse leven weer zijn gang. De Geluwnaren beginnen aan de heropbouw en wonen in afwachting in noodwoningen of barakken van het Albertfonds. Hier de barak van Teofiel Lecleir in de Ieperstraat 11.
Ieperstraat 71 tot 79, het huis waar de grootste groep mensen bij staat was Schoenen Claeys. Deze rij huizen werd de reke van de Sleerin genoemd.
Zicht op de vernielde Vrouwstraat met onthoofde kerk. We zijn reeds 1920, maar er is nog niet veel te zien van de heropbouw.
Zicht op de ruïne van het rusthuis. Boven het gebouw zien we nog juist een stukje onthoofde kerktoren uitsteken.
Groepsfoto bij de wagens van de Staats Landbouw- en huishoudschool.
Foto van de herstelde kerk. Links op de voorgrond zien we nog net het puin van herberg "Het Gouden Hoofd". De meeste huizen in de Beselarestraat werden reeds heropgebouwd.
Onthulling van het monument van de Geluwse militaire en burgerlijk slachtoffers. De namen van de slachtoffers staan op de spandoeken.