Laatste ingegeven reactie:
5 = Agnes Vanryckeghem
6= Maria Vanryckeghem
Geschreven op 15 september 2024
door Vanhaute Arnold
Info - kapelletjes - Peutevinkapel
Nr. 25 (in de nabijheid van). Z.g. "Peutevinkapel" naar het in 1934 gerooide Peutevinbos (12,5 ha); aangeduid op de Ferrariskaart (1770- 1778). "Traditioneel" veldkapelletje beschaduwd door beuk en meidoorns; gr.m. naar het vooroorlogse uitzicht wederopgebouwd in 1927. Bakstenen rechth. gebouwtje onder zadeldak (mechanische pannen). Puntgevel met windborden. Rondbogige deuropening tussen pilasters; ijzeren traliedeur. Witgekalkt interieur; gipsen beeld van O.-L.-Vrouw met Kind.
(Bron: DEBUF A., e.a., Op. cit., p. 39-49.)
(Bron: Vlaams Instituut voor Onroerend Erfgoed)
Historiek en nota’s omtrent de Peutevinkapel
Gezien de gevorderde leeftijd van ons beiden, heb ik enkele feiten en herinneringen neergepend wat betreft de hoeve en de kapel, ook in verband met de restauratie en omgevingswerken uitgevoerd in 2003 en 2004.
Er waren verschillende redenen om dit werk te voltooien en te bewaren voor ons nageslacht.
Op 15 september 1977 werd de hoeve publiek verkocht. Wij hadden het laatste bod en enkele weken later kwam het tot een overeenkomst met de gepensioneerde uitbater die geen opvolgers had, namelijk Jos Ghekiere-Stragier, voor onmiddellijke pachtafstand en overname voor wat dieren, oud materiaal en vruchten.
Na half oktober 1977 zijn wij begonnen opruimen, dieren versteken, voederbieten naar huis halen, … Philip, die toen de campagne deed in het labo van de suikerfabriek te Frasnes, was een weekend thuis einde oktober en is met ons mee geweest naar de hoeve om wat te helpen bij de opruiming. We zijn nog samen naar het kapelletje geweest om wat tronken en wildgroei rondom weg te kappen. Het was de enige keer dat hij met ons het bedrijf bezocht heeft. Enkele weken later is hij verongelukt na zijn laatste werkdag in de suikerfabriek, op 1 december moest hij immers naar het leger.
Ma weet nog heel goed hoe bereidwillig Philip was om zijn loon en bankrekening af te staan na de aankoop van de hoeve. Het is dan ook om een blijvende herinnering te bewaren aan die lieve jongen dat de restauratie met veel zorg als aandenken is uitgevoerd. Hopelijk zal zijn nagedachtenis voor onze kleinkinderen en naastbestaanden hierdoor niet verloren gaan.
De Peutevinkapel heeft een historisch verleden waarrond een tweetal legendes verteld worden.
Uit de geschiedenis van Geluwe “Het spookte in het aanpalend Peutevinbos rond de motjes" Een jager die verdwaald was in het grote bos (15 ha) deed een belofte (uit angst voor toverij?) om een kapel te bouwen indien hij zijn weg terug vond. Wat dan ook geschiedde!
Volgens landbouwer Maurits Vervaeke uit Dadizele die later op de landerijen van het vroegere bos boerde, ligt het verhaal anders. De voorouders van de familie Ghekiere-Desimpelaere, die boerden op de aanpalende hoeve, waren kinderloos en gingen daarom dienen naar de paters in Ieper zoals toen gebruikelijk. De paters adviseerden het ouderpaar om een belofte te doen, namelijk een kapel te bouwen op vreemde grond en zij werden verhoord. Uit dankbaarheid bouwde men de kapel aan de rand en de ingang van het bos t.t.z. op vreemde eigendom zoals nog op heden.
Tijdens de oorlog van 1914-1918 was er een groot munitiedepot in het Peutevinbos voor de Duitse troepen aan het front. Herhaaldelijk werd dat doelwit en die toegangsweg beschoten door de geallieerde artillerie. Er kwamen zeker 1 of 2 burgerslachtoffers om het leven bij één van die beschietingen. Na de oorlog lag de kapel in puin en werd op de oude fundering heropgebouwd naar het schijnt met steun van de buurtbewoners uit de Pollepelstraat.
Bij de herstelwerken in 2003 kwam de oude fundering bloot en stelde ik vast dat de eerste versie van de kapel een ronde vorm had. (Dirk Decuypere bezit een foto) De kapel werd altijd beschouwd als meegaande met de hoeve en ook door de vroegere pachters als dusdanig onderhouden.
(Bron: Notities Paul Vanden Berghe)